Aandoening

Een springvinger of knipmesvinger is een ontsteking van de buigpezen in de handpalm. Door deze ontsteking ontstaat er een verdikking van de pees waardoor deze moeilijker kan glijden in zijn peesschede.

Hierdoor kan de vinger blokkeren. Soms is er ook bewegingsbeperking van de getroffen vinger.

De diagnose wordt op basis van een klinisch onderzoek gesteld. Soms is een echografie nuttig om een cyste op de peesschede op te sporen.

Springvinger aandoening

Behandeling

In veel gevallen kan een springvinger genezen na een cortisone inspuiting rondom de buigpezen. Het effect van deze inspuiting kan langdurig zijn, maar in de meeste gevallen komt het binnen het jaar terug. In deze gevallen is een operatie noodzakelijk.

Deze ingreep gebeurt onder lokale of algemene verdoving in de dagkliniek.

Via een kleine insnede in de handpalm wordt het tunneltje waarin de buigpees loopt ter hoogte van de handpalm overgang naar de vinger doorgenomen zodat de buigpees meer ruimte heeft om te bewegen, en dus niet meer ‘klikt’.

Onmiddellijk bewegen na de operatie is toegestaan en wordt zelfs aangeraden. Een controle voor het verwijderen van de hechtingen wordt voorzien bij de chirurg of via de huisarts.

Kinesitherapie is slechts zelden noodzakelijk.


Aandoening

De ziekte van Dupuytren wordt veroorzaakt door verlittekening in de handpalm.

De oorzaak van de deze ziekte is onbekend, er is vaak een familiaal voorkomen. De ziekte is progressief, over het verloop van onbepaalde tijd neemt de strekking van de vingers meer en meer af, zodanig dat de handfunctie uiteindelijk sterk wordt belemmerd.

Ziekte van dupuytren is meestal niet pijnlijk, initieel ontstaan er harde knobbels in de handpalm die dan uitgroeien tot strengen, die aanleiding geven tot een strektekort van de vinger. Meestal zijn de pink en ringvinger in het proces betrokken.

Ook op de voetzolen kan deze aantasting voorkomen, hier staat ze bekend onder de naam ‘ziekte van lederhosen’.

Diagnose van Dupuytren wordt gesteld bij klinisch onderzoek.

Dupuytren

Behandeling

Dupuytren is niet geneesbaar. De focus van de behandeling ligt op het verbeteren van de handfunctie door het verbeteren van het strektekort in de vingers. Echter na verloop van tijd kan de ziekte terugkomen waardoor er opnieuw een strektekort optreedt.

Met het moment van behandelen wordt best niet te lang gewacht, gezien een forse en langdurige klauwstand resulteert in verstijving van de vingergewrichten en verkorten van de pezen wat een volledige correctie verhindert.

De behandeling start het best wanneer u de hand en vingers niet meer plat op de tafel kan leggen.

Er bestaan twee behandelingsmethodes:

Percutane naaldaponeurotomie

Waneer er een duidelijke streng is, kunnen we in veel gevallen opteren voor een niet-operatieve behandeling. Onder lokale verdoving wordt de harde streng met een fijne naald doorgenomen op de raadpleging.

Naaldaponeu

Nadien mag u onmiddellijk uw vinger terug gebruiken. Af en toe adviseren we nadien een tijdelijke, nachtelijke strekspalk.

De bedoeling van deze ingreep is om de vinger zo recht mogelijk te krijgen met zo weinig mogelijk ongemak. Deze techniek kan altijd herhaald worden.

Operatie

Bij een operatie wordt de volledige streng weggenomen via één of meerdere insnedes in de handpalm. Deze ingreep gebeurt onder volledige narcose in dagziekenhuis of 1 overnachting afhankelijk van de uitgebreidheid.

Handoperatie dupuyten

Nabehandeling

Na de operatie krijgt u tijdelijk een gipsverband. Een wondcontrole wordt voorzien bij uw chirurg enkele dagen na de ingreep. Dan wordt het gipsverband verwijderd en mag u onmiddellijk de vingers bewegen.

In de meeste gevallen is dagelijkse verzorging van de operatiewonde via een thuisverpleegkundige nodig gedurende 2 à 3 weken.

‘s Nachts houden we de vingers gestrekt in een op maat gemaakte spalk gedurende minstens 3 maanden.

Indien nodig starten we kinesitherapie op. U moet rekenen op een revalidatieduur van enkele maanden.


Aandoening

Een skiduim wordt veroorzaakt door een val of slag tegen de duim, dikwijls tijdens het skiën. Hierbij wordt het ulnair collateraal ligament van het metacarpofalangeale gewricht van de duim gescheurd.

Pijn, zwelling, krachtsverlies en scheefstand zijn de typische klachten.

De diagnose wordt gesteld aan de hand van een klinisch onderzoek, radiografie en echografie.

De echografie is van belang om te weten of het ligament is omgeklapt, indien dit het geval is, is een spontane genezing niet mogelijk.

Skiduim

Behandeling

De behandeling hangt af van de stabiliteit tijdens het klinisch onderzoek.

Een gedeeltelijke scheur of een volledige scheur zonder verplaatsing kunnen we behandelen met gipsimmobilisatie en aansluitend bracetherapie.

Een volledige scheur die omgeklapt ligt, moeten we operatief herstellen aangezien dit een oorzaak is van blijvende instabiliteit en pijn.

Via een insnede aan de binnenzijde van de duim wordt het afgescheurde ligament opnieuw gefixeerd aan het bot met behulp van een botanker. Dit is mogelijk bij acute scheuren. Wanneer echter de diagnose laattijdig wordt gesteld is soms een reconstructie met peesgreffe uit de onderarm noodzakelijk om het ligament terug te reconstrueren.

Deze ingrepen gebeuren onder volledige narcose via dagkliniek of met een overnachting.

Brace

Nabehandeling

De eerste vier weken krijgt u een gips met de duim in, nadien kan worden overgeschakeld naar een afneembare brace gedurende nog eens vier weken.

Na twee maanden mag de brace worden weg gelaten en de belasting progressief worden opgedreven.

Zwelling, stijfheid, pijn en verminderde kracht zijn mogelijk tot zes maanden na de operatie.


Aandoening

Duimartrose ontstaat door slijtage tussen 2 botjes in de hand, namelijk het os trapezium en de basis van de eerste metacarpaal.

Belasting gebonden pijnklachten en verminderde kracht t.h.v. de duim zijn typische symptomen. Bij zeer ernstige vormen van artrose kunnen zelfs misvormingen van de duim ontstaan.

De diagnose wordt meestal gesteld tijdens een klinisch onderzoek en een bijkomende radiografie.

Duimartrose

In eerste instantie proberen we altijd conservatieve maatregelen:

  • Aanpassen van de activiteiten
  • Gebruik van pijnstillers en/of ontstekingsremmers
  • Dragen van een stabiliserende brace
  • Inspuitingen met cortisone of hyaluronzuur in het gewricht

Bij onvoldoende verbetering van de klachten met bovengenoemde maatregelen is een operatie de volgende stap.

Operatie

Er zijn grosso modo 2 operatieve ingrepen mogelijk. Het type operatie dat bij u past, wordt bepaald aan de hand van uw leeftijd, beroep, en radiografische bevindingen. U blijft 1 nacht in het ziekenhuis en de ingreep gebeurt onder volledige narcose.

  • Bij een duimprothese wordt het eigen versleten gewricht vervangen door een kunstgewricht. Na de revalidatie ontwikkelt u normale mobiliteit en kracht. De risico’s van dergelijke ingreep zijn klein, maar er bestaat een kans op loslating, ontwrichting of vroegtijdige slijtage, net zoals we zien bij overige protheses (heup en knie) .
Operatie duimartrose
  • Bij een trapezectomie nemen we het os trapezium weg en plaatsen we een stuk pees uit de onderarm in de plaats. Zodoende wordt de slijtage weggenomen. U mag na de revalidatie opnieuw een goede mobiliteit verwachten. De kracht van de duim neemt stapsgewijs toe tot meer dan een jaar na de ingreep.
Trapezectomie

Nabehandeling

Na de operatie, zowel bij een duimprothese als bij een trapezectomie krijgt u minimum twee weken gipsverband. Nadien krijgt u een beschermende brace, die dagelijks af en toe mag worden uitgelaten om oefeningen te doen.

Vanaf zes weken na de operatie mag u de duim opnieuw belasten en kracht zetten.


Aandoening

Carpaal tunnel syndroom uit zich meestal als tintelingen, pijn of een slapend gevoel in alle vingers behalve de pink. Typisch is de nachtelijke slapende hand, die je moet wakker schudden. In sommige gevallen kan verminderde fijne motoriek en gevoel van onhandigheid het enige symptoom zijn. Bij ernstige zenuwaantasting kan er zelfs krachtsvermindering optreden.

Carpal tunnel

De oorzaak is een vernauwing in de carpale tunnel, deze tunnel bevindt zich ter hoogte van de overgang tussen hand en pols. Hier loopt de nervus medianus of middelste handzenuw samen met de buigpezen van de vingers. Door de vernauwing komt de zenuw onder druk te staan.

De diagnose en ernst van het carpaal tunnel syndroom wordt bevestigd door een zenuwgeleidingsonderzoek (EMG).

Behandeling

Conservatief

Lichte vormen van het carpaal tunnel syndroom kunnen we behandelen met een nachtspalk of een infiltratie met cortisone, dewelke de zwelling van de zenuw doet afnemen.

Indien deze maatregelen onvoldoende effect hebben of bij zeer ernstige aantasting wordt overgegaan tot een operatieve behandeling.

Operatie

Deze ingreep gebeurt via de dagkliniek onder plaatselijke verdoving of volledige narcose.

We maken een kleine snede in de handpalm om vervolgens het tunneltje waarin de zenuw loopt door te nemen.

Nabehandeling carpal

Nabehandeling

U krijgt een kort gipsverband gedurende 10-tal dagen. De hechtingen worden verwijderd via de huisarts of chirurg na 10 dagen.

De eerste maand moeten wringbewegingen worden vermeden.

Het operatielitteken kan tot 6 maanden wat gevoelig en verdikt zijn.

Indien er bij ernstige zenuwaantasting te lang gewacht wordt met een operatieve release kan de zenuwschade soms onomkeerbaar zijn.


Aandoening

Ter hoogte van de pols lopen de strekpezen van de duim, namelijk extensor pollicis brevis en de abductor pollicus longus in een tunnel ‘de loge van De Quervain’. Door overbelasting kunnen deze pezen ontsteken waardoor ze zwellen en geklemd geraken in de tunnel.

De symptomen uiten zich als pijn en zwelling ter hoogte van de pols in het verlengde van de duim. Krachtsverlies is een vaak voorkomende klacht.

De diagnose wordt meestal gesteld aan de hand van een klinisch onderzoek en echografie.

Quervin aandoening

Behandeling

Conservatieve maatregelen bestaan uit een periode van rust, eventueel met brace of gips, ontstekingsremmers en kinesitherapie. De volgende stap in de behandeling bestaat uit een inspuiting met cortisone. Als deze maatregelen onvoldoende effect hebben, gaan we over tot een operatieve behandeling. Hierbij wordt de ‘loge van de Quervain’ geopend. Zo creëren we meer bewegingsruimte voor de pezen. De operatie wordt uitgevoerd in dagkliniek onder lokale verdoving of volledige narcose.

Nabehandeling

Na de operatie krijgt u twee weken gips, waarna de hechtingen zullen worden verwijderd. Onmiddellijk mag u de vingers bewegen. De eerste zes weken na de operatie wordt best geen belasting op de pols en duim uitgevoerd. De eerste zes maanden na de operatie zijn zwelling en gevoeligheid tot het litteken nog normaal.


Aandoening

Een polscyste is een zakje gevuld met vocht dat ontstaat door een uitpuiling van het gewrichtskapsel van de pols.

De oorzaak van de cyste is meestal overbelasting, vaak in combinatie met uitgesproken soepelheid van de pols.

Een polscyste kan zowel aan handrug- of handpalmzijde van de pols voorkomen, en uit zich meestal als een zachte wegdrukbare zwelling. Ze kan pijn geven bij bepaalde bewegingen of geeft continue last door een onderliggende ontsteking.

De diagnose wordt gesteld op de raadpleging met behulp van een radiografie en/of echografie. Bij twijfel wordt er een MRI aangevraagd.

Polscyste aandoening

De diagnose wordt gesteld op de raadpleging met behulp van een radiografie en/of echografie. Bij twijfel wordt er een MRI aangevraagd.

Behandeling

Een polscyste is goedaardig en kan spontaan verkleinen of zelfs verdwijnen. Derhalve adviseren we enkel een behandeling als u er last van heeft. Meestal starten we met een polsbrace, aanvullende met activiteitenbeperking en tijdelijke inname van ontstekingsremmers. Als u teveel hinder ondervindt, gaan we over tot een operatie. Via een kleine snede wordt de polscyste in zijn geheel verwijderd.

Deze ingreep vindt plaats in dagziekenhuis en meestal onder volledige narcose.

Nabehandeling

Na de operatie krijgt u een tweetal weken gipsimmobilisatie. Hierna zullen de hechtingen ook verwijderd worden. De eerste zes weken dient belasting van de pols te worden vermeden.

Er bestaat een kans op herval van ongeveer 10 %.


Aandoening

Een polsbreuk is een meestal een breuk aan het uiteinde van het spaakbeen of radius. En wordt vaak veroorzaakt door een val.

Er bestaan verschillende types van breuken waarbij de meest eenvoudige buiten het polsgewricht verloopt. Maar soms kan ook het gewrichtsoppervlak zwaar beschadigd zijn.

Dit heeft een gevolg naar latere leeftijd met mogelijk sneller optreden van artrose.

Polsfractuur

Behandeling

Gipsimmobilisatie gedurende zes weken wordt toegepast bij quasi onverplaatste breuken.

Een verplaatste polsbreuk wordt geopereerd. Dit gebeurt in dagziekenhuis of een overnachting onder volledige narcose. In sommige gevallen wordt geopteerd voor het rechtzetten door manipulatie onder narcose met nadien gipsimmobilisatie.

Er zijn een aantal operatieve technieken:

  • stabilisatie door middel van inwendige pinnen;
  • plaat-en schroeffixatie;
  • uitwendige fixator

In de meeste gevallen wordt gekozen voor een inwendige plaat- en schroeffixatie. Het voordeel van deze ingreep is dat de pols na een kortdurende gipsimmobilisatie relatief snel mag worden bewogen.

Polsfractuur hand

Nabehandeling

U krijgt een kortdurende gipsimmobilisatie, waarna u snel mag beginnen bewegen met de pols. Vaak in combinatie met opstart van kinesitherapie en ondersteunende polsbrace.

Wanneer er gebruik gemaakt wordt van inwendige pinnen of een uitwendige fixator zal het materiaal moeten verwijderd worden een aantal weken na de operatie.

Een plaat- en schroeffixatie geeft meestal weinig hinder tot geen hinder van het materiaal. Deze blijft dan ook ter plaatse en wordt enkel verwijderd wanneer er last zou ontstaan na ongeveer zes maanden ten vroegste.


Aandoening

Polsartrose of slijtage van het polsgewricht ontstaat meestal ten gevolge van een vroeger opgelopen polsbreuk of ligament letsel.

De klassieke symptomen zijn belasting gebonden pijn, zwelling en bewegingsbeperking.

Radiografie is het standaard onderzoek om de diagnose te bevestigen.

Polsartrose aandoening

Behandeling

In eerste instantie ligt de focus op maximaal conservatief beleid. Met name het dragen van een stevige polsbrace in combinatie met tijdelijke inname van pijnstillers of ontstekingsremmers. Af en toe kan een inspuiting met cortisone worden gegeven.

Pas wanneer dit onvoldoende helpt, gaan we over tot een operatie.

Er zijn verschillende operaties mogelijk afhankelijk van het type slijtage, type werk en hobby’s van de patiënt.

Deze ingrepen gaan door onder volledige narcose en met één overnachting in het ziekenhuis.

Partiele of gedeeltelijke polsfusie

Bij deze operatie nemen we alleen de versleten glij-oppervlakken weg of zetten we deze vast zodat we de pijn verlichten. Door deze operatie zal de beweeglijkheid minder zijn dan ervoor, de kracht zal wel opnieuw verbeteren.

Proximale rij resectie

Hier wordt de eerste rij polsbeentjes verwijderd. Het resultaat is ongeveer hetzelfde als bij een gedeeltelijke polsfusie.

Totale of volledige polsfusie

Indien het polsgewricht volledige versleten is, dan zetten we de hele pols vast. Dit heeft als gevolg dat u de pols niet meer kan bewegen. U kan echter wel de onderarm volledig draaien en de vingers bewegen. Het voordeel van dergelijke operatie is dat zware belasting meestal mogelijk blijft.

Polsprothese

In uitzonderlijke gevallen wordt gekozen voor een polsprothese. Hierdoor blijft de beweeglijkheid na de operatie aanzienlijk, echter is zware handenarbeid met deze prothese niet aangewezen/mogelijk.

Nabehandeling

De nabehandeling verschilt bij elke operatie. Deze wordt specifiek toegelicht door u arts.


Aandoening

Tenniselleboog is een chronische ontsteking van de aanhechting van de strekpezen van de pols. De aandoening kenmerkt zich door pijn ter hoogte van de laterale epicondyl (buitenzijde van de elleboog).

Typisch treden deze klachten op bij het dragen van een tas of koffer, het afslaan van een golfbal of bij het spelen van tennis. De oorzaak is een overbelasting van de pezen en hoeft niet enkel door tennis veroorzaakt te worden.

De diagnose wordt gesteld na een klinisch onderzoek en aanvullende radiografie en/of echografie van de elleboog.

Tenniselleboog

Behandeling

Een tenniselleboog is zelflimiterend en geneest meestal spontaan. Het kan echter enkele maanden tot een jaar duren. Een behandeling probeert voornamelijk deze hersteltijd in te korten.

Brace

Het belang van de behandeling is het vermijden van overmatige of verkeerde belasting. Een ondersteunende brace kan hierbij helpen. In combinatie met de juiste kinesitherapie waarbij gefocust wordt op stretching en oefentherapie om de pezen te versterken, heeft dit een succespercentage van 70%.

ESWT - PRP infiltraties

ESWT (shockwave) of PRP infiltraties worden ook vaak met succes geprobeerd bij deze aandoening.

Operatie

Wanneer er geen beterschap optreedt door bovenstaande behandelingen, behoort een operatie tot de opties.

Bij dergelijke operatie wordt het ontstoken weefsel thv de aanhechting van de pezen aan de buitenzijde van de elleboog verwijderd. Dit heeft een slaagkans van ongeveer 80%. De ingreep vindt plaat in dagziekenhuis onder volledige narcose.

Nabehandeling

Na de operatie volgt een kortdurende immobilisatie van de elleboog.

Het is van belang dat u de elleboog gedurende zes weken na de operatie niet belast. Daarna is spieropbouw via de kinesitherapeut aangewezen. Na drie maanden gelden er geen beperkingen meer.

Na de operatie houdt het krachtverlies drie tot zes maanden aan. Zelfs na een gelukte operatie kan een tenniselleboog na verloop van tijd steeds terugkomen.


Aandoening

Golferselleboog is een chronische ontsteking van de aanhechting van de buigpezen van de pols. De aandoening kenmerkt zich door pijn ter hoogte van de mediale epicondyl (binnenzijde van de elleboog).

Typisch treden deze klachten op bij het dragen van een tas of koffer, het spelen van golf of tennis. De oorzaak is een overbelasting van de pezen.

De diagnose wordt gesteld na een klinisch onderzoek en aanvullende radiografie en/of echografie van de elleboog.

Golferselleboog

Behandeling

Een golferselleboog is zelflimiterend en geneest meestal spontaan. Het kan echter enkele maanden tot een jaar duren. Een behandeling probeert voornamelijk deze hersteltijd in te korten.

Het belang van de behandeling is het vermijden van overmatige of verkeerde belasting. Een ondersteunende brace kan hierbij helpen. In combinatie met de juiste kinesitherapie waarbij gefocust wordt op stretching en oefentherapie om de pezen te versterken, heeft dit een succespercentage van 70%.

ESWT (shockwave) of PRP (bloedplaatjes) infiltraties worden ook vaak met succes geprobeerd bij deze aandoening.

Wanneer er geen beterschap optreedt door bovenstaande behandelingen, behoort een operatie tot de opties.

Bij dergelijke operatie wordt het ontstoken weefsel ter hoogte van de aanhechting van de pezen aan de binnenzijde van de elleboog verwijderd. Dit heeft een slaagkans van ongeveer 80%. De ingreep vindt plaat in dagziekenhuis onder volledige narcose.

Nabehandeling

Na de operatie volgt een kortdurende immobilisatie van de elleboog.

Het is van belang dat u de elleboog gedurende zes weken na de operatie niet belast. Daarna is spieropbouw via de kinesitherapeut aangewezen. Een totale revalidatie bedraagt gemiddeld een drietal maanden.

Er bestaat een kleine kans op herval.


Aandoening

Het cubitaal tunnel syndroom of inklemming van de nervus ulnaris ontstaat door verhoogde druk op de ulnaris zenuw in de ellebooggoot.

Een verminderd gevoel of pijnklachten aan de binnenzijde van de elleboog uitstralend naar de pink en ringvinger zijn typische symptomen.

Bij ernstige gevallen is er een permanent gevoelsverlies in de pink en de ringvinger, evenals atrofie (verdunning) van de intrinsieke handspieren en krachtverlies aanwezig.

De diagnose wordt bevestigd door een klinisch onderzoek, echografie en een zenuwgeleidingsonderzoek (EMG).

Cubitaal tunnel syndroom

Behandeling

Het vermijden van uitlokkende factoren zoals steunen op de elleboog kan helpen, echter meestal is een operatie aangewezen.

Via een insnijding aan de binnenzijde van de elleboog wordt de zenuw vrij gelegd.

Dit gebeurt in dagziekenhuis meestal onder volledige narcose.

Cubitaal tunnelsyndroom elleboog

Nabehandeling

Afhankelijk van de bevindingen tijdens de operatie krijgt u een kortdurende gipsimmobilisatie.

De recuperatie en verbetering van de zenuwfunctie is een traag proces en kan soms een tot twee jaar in beslag nemen afhankelijk van de ernst van inklemming. In sommige gevallen is er zelfs geen zenuwrecuperatie mogelijk.